dinsdag 13 januari 2009

De eerste tochtjes


Op vrijdagmiddag 2 januari koop ik mijn fiets. Hoewel het koud (en glad!) is, probeer ik 's avonds in het donker nog even te rijden. Terwijl ik de bocht van onze straat uitrij, glij ik al bijna onderuit op een bevroren plasje water. Voorzichtig doen! Ik hou het bij een heel kort tochtje van een kilometer, dan zoek ik weer snel de warmte van de huiskamer op. 


Zaterdagochtend vriest het nog steeds, maar het is nu in ieder geval licht. Nu kan ik niet langer wachten en ik begin voorzichtig aan een eerste tochtje. Hoe zal het gaan? Volop vragen! Kan er een muts onder de helm of moet je die er juist overheen doen. De antwoorden zijn 'nee' en 'nee', daar is de eerste uitdaging al: hoe zorg ik voor warme oren tijdens het fietsen?

Ik doe het, vanwege de gladheid en kou rustig aan en eindig met 17 kilometer op de teller. Ik ben nu in ieder geval een beetje gewend aan het rijden op een racefiets en heb gewoon een lekker rondje gereden in de prachtige vrieskou. Een half-bevroren Vliet en schaatsers op de vogelplas, daarna door naar Voorschoten en via het fietspad langs de spoorbaan weer terug naar Leidschendam. Wat is de wereld mooi op zaterdagochtend. Dat smaakt naar meer!

Zondagochtend is het minder koud, dus een prima kans om wat verder te rijden. Ik rijd richting spoorbaan Leidschendam-Voorschoten en ga rijdt langs de tunnelbak richting Wassenaar. Dan richting Den Haag en via Park Clingendael naar Scheveningen. Vervolgens lekker met de wind in de rug op volle vaart naar Meijendel. Alhoewel... volle vaart? Veel harder dan 30 km/uur durf ik echt nog niet, ook omdat ik weet dat er in de duinen gemene mini-drempels zijn aangelegd om ervoor te zorgen dat wielrenners zoals ik op een mooie zomerdag niet te hard op een kruising met voetgangers afrijden. Maak je geen zorgen: voetgangers zijn er deze ochtend niet en ik ga met een slakkengang van 5 km/uur over elke drempel. 

Ik rijdt tot de Wassenaarse slag en duik dan het duin af voor een bakje cappuccino in de koffietent onderaan het duin. Helaas is er alleen gewone koffie, dan maar een bakje thee bestellen, bewaar ik die lekkere capu wel voor thuis. Na de thee en plaspauze (zou m'n fiets nou niet gestolen worden als ik net even bij het raam weg ben?) spring ik weer op de fiets en rij via Wassenaar naar Voorschoten. Dan wordt het klunen tegen de wind in naar Leidschendam. Mijn fietsbenen zijn na drie spinning-trainingen nog niet echt veel gewend en hebben het zwaar. Na 27 km trek ik de schuurdeur thuis weer open en parkeer m'n fietsje achterin. Zou ik hem nog moeten schoonmaken? Er lag best veel pekel op de weg? Ach, m'n oude trouwe stadsfiets maak ik ook nooit schoon en die gaat al vijf jaar mee. Bovendien valt afspuiten niet mee met deze vorst, straks bevriest het water nog in de lagers. Zou dat kunnen? Ik hoop maar dat m'n fiets de pekelaanval weerstaat en schuif binnen achter de kachel, mét een lekkere cappuccino. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten